
27 jun In de buik van de Space Shuttle
Mijn zoon was vroeger in zijn kleuterjaren een ruimtevaart fanaat. Niet alleen ruimtevaart trouwens, ook treinen, vrachtauto’s, in het bijzonder die ook nog een draaiende betonmolen op hun rug hadden, kranen en raceauto’s, maar dus ook ruimtevaartuigen.
Op een gegeven moment ging ik samen met hem het ruimtevaartmuseum bezoeken in Noordwijk. We klommen cabines in en zagen het vuur spatten bij lanceringen op groot scherm. Aan het einde van de dag kocht ik zonder dat hij het zag een Space Shuttle voor hem. Het was een mooi dingetje met op de rug twee klepjes die open konden en daaronder was een satelliet opgeborgen met 2 zonnepaneeltjes die konden draaien.
In de trein terug gaf ik hem de Space Shuttle. Hij was er uitzinnig gelukkig mee. Hij kon niet ophouden de klepjes open te doen, de satelliet eruit te halen, te draaien aan de paneeltjes en hem weer terug te vouwen in de shuttle.
Zoeken in het zand
Je voelt al aankomen dat dit verhaal niet goed eindigt, want daarvoor is het te mooi.
De Space Shuttle moest mee naar school, wat wij eigenlijk niet verstandig vonden maar ook niet konden weigeren. Simon, een klasgenootje die vaak pesterig naar hem was, mocht er in de speeltijd buiten ook mee spelen. Toen de shuttle terug kwam was er een paneeltje kwijt.
Ik weet nog dat het even duurde voordat mijn zoon zijn emotie liet zien. Maar toen was hij ook dermate treurig dat ik de fiets pakte en wel een uur in het zand gezocht heb naar een ontiegelijk klein paneeltje en later thuis van aluminiumfolie en een stukje karton er een gefabriceerd heb die natuurlijk niet meer zo mooi kon draaien.
Het verdriet van mijn zoon was evenredig met zijn eerdere geluk.
Als bonus
Ik haal dit voorbeeld aan omdat het al destijds zo’n indruk op mij maakte, maar ik denk dat iedereen dit thema onmiddellijk herkent, ook bij zichzelf en ook als volwassene. Geluk en verdriet zijn verbonden met elkaar.
Mij is onlangs gevraagd voor de krant van het klooster in Huissen een artikel te schrijven over geluk en ongeluk. Het is een onderwerp waar je als zen-boeddhist mee bezig bent. Het voert al terug naar Boeddha, die de oorzaak van het lijden wilde oplossen.
Kort gezegd komt het Boeddhistisch antwoord hierop neer: als je geluk nastreeft, zul je daar juist vaak ongelukkig van worden. Maar laat je het los, dan valt het geluk vanzelf als bonus in je schoot. Boeddha heeft het trouwens over verlangen. Als je verlangens onderhoudt, maakt je dat ongelukkig.
Intens
Deze constatering van Boeddha wordt vaak niet goed begrepen. Of anders gezegd: wordt op 2 manieren beleeft. De ene richting probeert zo te leven dat er maar weinig verlangens kunnen zijn. Een sober leven, met wortels, volle rijst en tofu, geen feesten of alcohol, een zachte glimlach en veel zelfbeheersing.
De andere richting mediteert intens maar stelt verder geen leefregels. Deze groep omarmt de uitersten. Hij kan zowel genieten van feesten als ook omgaan met soberheid.
Voor deze groep kun je het woord geluk vervangen door het woord intensiteit. Hij zal alles wat hij beleeft intens doorleven. Hij zal verscheurt zijn van verdriet bij het verlies van iemand waar hij daarvoor zo intens van gehouden heeft. Maar… het verdriet duurt niet zo lang. Het is een fase die hem helpt om het verlies te verwerken en te transformeren naar een nog diepere band met het leven.
De zee van rust en vertrouwen
In de workshop ‘De innerlijke metamorfose’, zelfbeeld en emoties leer je ‘De zee van rust en vertrouwen’ kennen. Dat is het grondgevoel waar je telkens naar terug kunt keren. Als je goed weet om te gaan met je emoties, zijn zij niet anders dan golven op de zee. Gevoelens die, als je je er niet tegen verzet, uit zichzelf weer verdwijnen. Tegelijk leer je hoe je je kunt openen voor een diep gevoel van vertrouwen.
Dat is de beste basis om je te openen voor het vele kleine geluk dat om ons heen verspreid ligt.
Marijcke
Geplaatst op 22:37h, 28 juniWat een mooie woorden weer Paul, ik geniet er elke week van. Bedankt!