14 aug Rijpe vijgen
‘Weet je nog dat we aan het begin van de tocht een vijgenboom tegenkwamen vol met rijpe vijgen? We aten tot we niet meer konden.’ Ik duik in mijn herinnering. Van deze tocht weet ik zo ongeveer alle plekjes nog waar we onze tipitent opgezet hebben. Of ook die ene nacht dat we dat niet konden. We kwamen te laat aan maar konden toch in een ruïne op stro veilig en droog overnachten. Maar de vijgenboom weet ik niet meer. Wel een volle kersenboom die we op een ander moment dankbaar tegenkwamen. ’Zijn jullie nooit in gevaarlijke situaties terecht gekomen?’ vraagt mijn buurman.
Opnieuw scan ik mijn geheugen. Er komen wilde stieren voorbij in de nevel bij een bergpas en een politieagent met een getrokken pistool die kwam inspecteren wat wij in een leegstaand huis deden. Antwoord: drogen. We waren zo doorweekt van de regen dat we in dit huis in de haard een vuur maakten en al ons natte goed te drogen hadden gehangen.
Duizenden sterren
Ik koos echter een ander antwoord. We waren op deze tocht in het droge gedeelte van de Ardèche, daar waar je nauwelijks mensen maar ook nauwelijks water tegenkomt. De waterplek die op onze kaart stond aangegeven bleek kurkdroog te zijn en de volgende mogelijkheid bevond zich aan de andere kant van de berg die we nog moesten beklimmen. Toen we op het plateau boven op de berg aangekomen waren, was het te laat om nog naar beneden te gaan, ook gezien het feit dat het pad nauwelijks zichtbaar was. Ai.
We hadden dorst na een lange dag wandelen in de felle zon en met zware rugzakken op onze rug. Maar al onze waterzakken waren leeg! Hugues bleef echter doodkalm onder de situatie. ‘Wacht maar’ zei hij en verdween in de struiken. Een half uur later kwam hij terug met een doek vol met bessen. De buit werd netjes verdeeld onder de aanwezigen.
’s Nachts sliepen we onder de sterrenhemel. Hier hadden we geen tent nodig. Duizenden sterren flonkerden aan de hemel. Ik bleef maar kijken tot ik in slaap viel.
Plukken en verzamelen
De volgende dag duurde het nog tot na de middag voor we water vonden. Maar we hadden geleerd om niet te paniekeren. Het maakte ons sterk en weerbaar.
Stil hoort mijn buurman me aan. Het klinkt stoer dit verhaal, gekozen uit onze survivaltochten. We noemden het natuurreizen: we voedden ons hoofdzakelijk met wat we vonden. We waren plukkers en verzamelaars, geen jagers. We gingen van één tot drie weken op stap met een kleine groep natuurliefhebbers. We waren niet bijzonder dapper of bijzonder getraind. Maar vonden wel telkens oplossingen en doorsteekjes. Als basisvoeding hadden we diverse graan- en peulvruchten bij ons die we lieten kiemen.
Niet paniekeren
Paniek is iets typisch menselijks. Een dier kent wel angst maar geen paniek. De definitie van paniek is angst voor de angst. In onze situatie: niet alleen dorst maar ook angst voor dorst. Wij mensen veroorzaken veel extra lijden omdat we in ons hoofd een fantasiesituatie creëren die misschien wel mogelijk is maar niet erg waarschijnlijk, en daar dan bang voor zijn.
Wanneer je dit mechanisme begrijpt, kun je de doemgedachten herkennen en observeren in plaats van ze te voeden.
Mathious
Geplaatst op 20:47h, 03 december‘’ I wonder why do some moments stay with us while others slip away? Could it be that we were more present and fully engaged in those vivid memories? ‘’